INTERVIEW MET WIEBE WIELING EN WINI WEIDENAAR OVER DE ORGANISATIE VAN DE ELFSTEDENTOCHT

Altijd klaar voor de start

al 100 jaar vanuit plezier en betrokkenheid”

zijn er maar half zoveel sporters als het aantal schaatsers dat de Elfstedentocht rijdt. Niet zo gek dus dat ieder schaatshart sneller gaat kloppen, zodra de temperatuur onder het vriespunt daalt. Misschien horen we deze winter voor het eerst in decennia wel de legendarische woorden ‘It sil heve!’

Altijd hoop voor de komende winter

Er zweeft magie rondom de Elfstedentocht. Woorden als ‘hoop’, ‘elfstedenkoorts’ en ‘once in a lifetime’ geven aan hoe bijzonder het is. Nergens ter wereld vind je een groter sportevenement. Zelfs bij de Olympische Spelen

Daarnaast hebben we 22 rayonhoofden, die elk, samen met hun assistent rayonhoofd, verantwoordelijk zijn voor acht kilometer van de route. Zij moeten onder andere zorgen dat het ijs veilig en schoon is en dat de kluunvoorzieningen goed zijn.”

Stilstaan is geen optie

Ook de legendarische Elfstedentocht gaat mee met de tijd. Anders dan bij de voorgaande edities, zullen er bij een volgende Elfstedentocht drones worden ingezet om in de gaten te houden wat er op het ijs en in het publiek gebeurt. Dat regelt Vereniging De Friesche Elf Steden overigens niet, dat doen externe partijen. Daarnaast krijgen de schaatsers transponders mee: handig voor de organisatie, want die kan in de gaten houden of er nergens een opstopping ontstaat. Vrienden en familie thuis weten zo precies waar hun geliefde schaatser zich bevindt. Allemaal nieuwe technieken, die in 1997 nog niet aan de orde waren.

Zonder vrijwilligers geen Elfstedentocht

“Weet je”, zegt Wiebe ineens, “één ding hebben we nog niet benoemd. We doen alles met vrijwilligers. Alle bestuursleden en rayonhoofden doen dit al meer dan 100 jaar vanuit plezier en betrokkenheid. Dat is bijzonder, toch?” Ook op de dag zelf zijn er duizenden vrijwilligers aan de slag, bijvoorbeeld om het ijs schoon te maken. In 2012 leek het er op dat de tocht door kon gaan, maar in het zuiden van Friesland had het gesneeuwd. “Nou, dan bel je naar Omrop Fryslân, om aan te geven dat we mensen nodig hebben met schuifborden. En dan staan er de volgende dag 200 man met een schuifbord.”

We spraken met Wiebe Wieling, voorzitter van de Vereniging De Friesche Elf Steden en bestuurslid Wini Weidenaar. Zij is verantwoordelijk voor de publiciteit en communicatie rondom de tocht. Samen praten ze ons bij over de bijzondere schaatstocht en de organisatie daarvan. “De Elfstedentocht wordt al eeuwen gereden”, vertelt Wiebe. “Men vond het vroeger al mooi om langs de elf steden te schaatsen. Je kreeg dan in het lokale café een stempeltje en dat was dat.”

We kunnen het in twee dagen regelen

Op 2 januari 1909 werd de eerste officiële Elfstedentocht eenmalig georganiseerd door de Friesche IJsbond. Alle tochten daarna zijn georganiseerd door de speciaal hiervoor in het leven geroepen Vereniging De Friesche Elf Steden. Deze vereniging organiseert ieder jaar de Elfstedentocht, ook al is de laatste tocht in 1997 gereden. “We zijn er het hele jaar mee bezig” geeft Wiebe aan, “anders kunnen we nooit in twee dagen alles hebben staan. Iedere winter zijn we er vanaf 1 december klaar voor. Vanaf dat moment kunnen we in twee dagen regelen dat er 25.000 schaatsers van start gaan en dat we 1,5 miljoen bezoekers kunnen ontvangen.”

Wini voegt hieraan toe: “Wij werken jaarlijks de draaiboeken bij, bijvoorbeeld met informatie over nieuwe bruggen en wegen. En we zitten ieder jaar om tafel met de Veiligheidsregio’s, brandweer, politie, en andere betrokkenen. En ik heb elk jaar overleg met de NOS en Omrop Fryslân, over hoe de wedstrijd in beeld wordt gebracht, wie welke beelden maakt en wat de cameraposities worden.

De Elfstedentocht: een 200 kilometer lange schaatstocht door de elf historische steden van Fryslân. Ieder jaar wordt dit event opnieuw georganiseerd, ook al is het bijna dertig jaar geleden dat deze ‘Tocht der Tochten’ voor het laatst gereden is. Maar als de winter meewerkt en er in heel Fryslân op sloten en meren een ijslaag van minstens vijftien centimeter ligt, dan is iedereen er klaar voor.

INTERVIEW MET WIEBE WIELING EN WINI WEIDENAAR OVER DE ORGANISATIE VAN DE ELFSTEDENTOCHT

Altijd klaar voor de start

Altijd hoop voor de komende winter

Er zweeft magie rondom de Elfstedentocht. Woorden als ‘hoop’, ‘elfstedenkoorts’ en ‘once in a lifetime’ geven aan hoe bijzonder het is. Nergens ter wereld vind je een groter sportevenement. Zelfs bij de Olympische Spelen zijn er maar half zoveel sporters als het aantal schaatsers dat de Elfstedentocht rijdt. Niet zo gek dus dat ieder schaatshart sneller gaat kloppen, zodra de temperatuur onder het vriespunt daalt. Misschien horen we deze winter voor het eerst in decennia wel de legendarische woorden ‘It sil heve!’

"al 100 jaar vanuit plezier en betrokkenheid”

Daarnaast hebben we 22 rayonhoofden, die elk, samen met hun assistent rayonhoofd, verantwoordelijk zijn voor acht kilometer van de route. Zij moeten onder andere zorgen dat het ijs veilig en schoon is en dat de kluunvoorzieningen goed zijn.”

Stilstaan is geen optie

Ook de legendarische Elfstedentocht gaat mee met de tijd. Anders dan bij de voorgaande edities, zullen er bij een volgende Elfstedentocht drones worden ingezet om in de gaten te houden wat er op het ijs en in het publiek gebeurt. Dat regelt Vereniging De Friesche Elf Steden overigens niet, dat doen externe partijen. Daarnaast krijgen de schaatsers transponders mee: handig voor de organisatie, want die kan in de gaten houden of er nergens een opstopping ontstaat. Vrienden en familie thuis weten zo precies waar hun geliefde schaatser zich bevindt. Allemaal nieuwe technieken, die in 1997 nog niet aan de orde waren.

Zonder vrijwilligers geen Elfstedentocht

“Weet je”, zegt Wiebe ineens, “één ding hebben we nog niet benoemd. We doen alles met vrijwilligers. Alle bestuursleden en rayonhoofden doen dit al meer dan 100 jaar vanuit plezier en betrokkenheid. Dat is bijzonder, toch?” Ook op de dag zelf zijn er duizenden vrijwilligers aan de slag, bijvoorbeeld om het ijs schoon te maken. In 2012 leek het er op dat de tocht door kon gaan, maar in het zuiden van Friesland had het gesneeuwd. “Nou, dan bel je naar Omrop Fryslân, om aan te geven dat we mensen nodig hebben met schuifborden. En dan staan er de volgende dag 200 man met een schuifbord.”

We spraken met Wiebe Wieling, voorzitter van de Vereniging De Friesche Elf Steden en bestuurslid Wini Weidenaar. Zij is verantwoordelijk voor de publiciteit en communicatie rondom de tocht. Samen praten ze ons bij over de bijzondere schaatstocht en de organisatie daarvan. “De Elfstedentocht wordt al eeuwen gereden”, vertelt Wiebe. “Men vond het vroeger al mooi om langs de elf steden te schaatsen. Je kreeg dan in het lokale café een stempeltje en dat was dat.”

We kunnen het in twee dagen regelen

Op 2 januari 1909 werd de eerste officiële Elfstedentocht eenmalig georganiseerd door de Friesche IJsbond. Alle tochten daarna zijn georganiseerd door de speciaal hiervoor in het leven geroepen Vereniging De Friesche Elf Steden. Deze vereniging organiseert ieder jaar de Elfstedentocht, ook al is de laatste tocht in 1997 gereden. “We zijn er het hele jaar mee bezig” geeft Wiebe aan, “anders kunnen we nooit in twee dagen alles hebben staan. Iedere winter zijn we er vanaf 1 december klaar voor. Vanaf dat moment kunnen we in twee dagen regelen dat er 25.000 schaatsers van start gaan en dat we 1,5 miljoen bezoekers kunnen ontvangen.”

Wini voegt hieraan toe: “Wij werken jaarlijks de draaiboeken bij, bijvoorbeeld met informatie over nieuwe bruggen en wegen. En we zitten ieder jaar om tafel met de Veiligheidsregio’s, brandweer, politie, en andere betrokkenen. En ik heb elk jaar overleg met de NOS en Omrop Fryslân, over hoe de wedstrijd in beeld wordt gebracht, wie welke beelden maakt en wat de cameraposities worden.

De Elfstedentocht: een 200 kilometer lange schaatstocht door de elf historische steden van Fryslân. Ieder jaar wordt dit event opnieuw georganiseerd, ook al is het bijna dertig jaar geleden dat deze ‘Tocht der Tochten’ voor het laatst gereden is. Maar als de winter meewerkt en er in heel Fryslân op sloten en meren een ijslaag van minstens vijftien centimeter ligt, dan is iedereen er klaar voor.